15 weetjes over peuters

Dat peuters (in België spreken we vlugger van kleuters dan in Nederland) bizarre wezens zijn dat wisten we allemaal al denk ik. Toen ik het boekje ‘De kleine koning(in) – Do’s en don’ts tijdens de peuterpuberteit’ in handen kreeg ging er een wereld voor mij open. Dit boekje legt haarfijn uit wat peuters / kleuters zijn, hoe ze denken, hoe raar het ook te bevatten is. Ik nam er 10 leuke weetjes uit en deel deze graag met je.

Kleuters / peuters?

Wij spreken van kleuters vanaf ongeveer 2,5 jaar omdat ze dan naar de ‘kleuterschool’ gaan. In Nederland noemen ze die leeftijd dan nog peuters. Even ter verduidelijking. Ik ga in deze blogpost over kleuters of peuters spreken omdat ik niet telkens de twee termen ga gebruiken. Maar we hebben het dus duidelijk over de leeftijdsgroep van 1,5 tot 3,5 ongeveer…

1.Een peuter voed je een beetje op zoals dieren: herhalen, herhalen en conditioneer. Wees consequent en dan zal hij het op de duur leren… iets aanleren duurt gemiddeld 3 weken. Iets afleren ook dus. Het kan natuurlijk altijd sneller of trager. Maar dan weet je dat je het niet te snel moet opgeven.

2.Peuters reageren minder op wat je doet dan op wat je zegt. Voeg dus daad bij actie en zeg niet: “Nog één keer en dan…” want geloof me, je gaat het sowieso nog een keer mogen zeggen hoor 😉

3.En dat komt dus omdat ze lijken te luisteren maar eigenlijk niet echt luisteren… ze VOELEN dat wij een bepaalde reactie willen en spelen daar vaak goed op in…Maar eigenlijk hebben ze dus geen bal verstaan van wat jij nu bedoelde. Zo kan Vince heel de tijd vragen: “Mag ik een snoepje” en leggen wij met enorm veel oplichting uit waarom dat nu echt niet kan. Hij lijkt dan enorm aandachtig te luisteren en knikt zelfs af en toe ja, maar wanneer we dan uiteindelijk stoppen met praten zegt hij: “ja maar mama, mag ik nu een snoepje?”.

4.Peuters voelen het wanneer je even niet met hen kan bezig zijn. Bijvoorbeeld wanneer je aan de telefoon zit, met iemand een praatje maakt, met broer of zus bezig bent, aan het koken bent enzovoort. Tip: Maak een speciale doos waarin je spullen stopt waar hij enkel aan mag komen als je ‘bezig’ bent. Dat maakt de doos superaantrekkelijk. (eventjes)

5.Heeft je peuter driftbuien? Zoek een plek in huis waar hij boos mag worden en wanneer hij mag gaan zitten wanneer hij voelt dat hij boos wordt/is. Vince heeft zijn speelgoedhuisje gekozen waar ook kussen in liggen. Dan zeg ik: “ga maar even in je huisje boos zijn en als het voorbij is komt je maar weer terug’. Dat helpt!

6.Slaapproblemen komen veel voor op deze leeftijd. Vince werd plots terug wakker, wou niet meer gaan slapen en krijste heel de boel bij elkaar. Wanneer er geen fysieke oorzaak is en er is niets dramatisch gebeurd, dan kan dit ook aandacht zijn. Wij hebben dit ‘verkeerde gedrag’ op een week afgeleerd door tips van onze opvoedingscoach. Wil je weten wat wij deden? Lees hier dan even. Sinds kort kwam hij ook veel te vroeg uit bed. Dit hebben we succesvol opgelost met een slaapwekker. Natuurlijk werkt dit niet bij alle kleuters.

7.Een peuter is nog niet in staat om zichzelf van een afstandje te bekijken, hij ziet zichzelf als het centrum van de wereld. Hij kan zich ook nog niet inleven in anderen. Het kan dus zijn dat jij zal moeten ingrijpen als hij iets doet wat niet mag. Geef vooral het goede voorbeeld. Voor je het weet zegt hij zoals de mijne: “Allez jong… het regent en we hebben nix van paraplu bij ofzo”. (plat Antwerps by the way…)

8.Pesten doet een peuter nooit blijkbaar. Daar moet je vooraf een plan voor maken en qua ontwikkeling is een peuter daar helemaal nog niet aan toe. Je hebt wel peuters die het gewend zijn om steeds op hun kop te krijgen, die zullen sneller geneigd zijn om niet zo’n leuk gedrag te vertonen.

9.Ze doen lastig tegen de mensen waar ze zich het veiligst bij voelen. Dat denk ik élke keer wanneer we weer een driftbuitje hebben rond een uur of 5 ‘s avonds omdat hij ‘s middags niet geslapen heeft 😉

10.Een tweejarige zal wel samen zitten spelen met iemand maar speelt op zichzelf. Voor hem is het kindje een speeltje.Driejarigen hebben dan weer behoefte aan kinderen met dezelfde interesses.

11.In het hoofd van een peuter ziet het er allemaal leuker uit. Wanneer mama en papa niet in de buurt zijn zal hij bijvoorbeeld proberen een koekje te pakken maar als mama en papa binnenkomen (jullie zijn het geweten van de peuter) begint het te dagen. Hij gelooft het ook wanneer hij zegt dat hij helemaal niet heeft gedaan. Neem de spanning weg door de koekjes weg te nemen maar pak hem niet te hard aan. Hij gelooft zichzelf écht.

12.Bij een peuter lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar. Hou de fantasie van je peuter zo veilig mogelijk. Handig is ook dat je zijn speelgoed kan gebruiken om iets duidelijk te maken. Wat ik vaak bij Vince doe is beginnen praten tegen zijn aap. Dan vraag ik aan aap waarom Vince iets doet. Hij antwoordt, probeer het maar 😉

13.Heeft je peuter angsten? Ze staan open voor middeltjes die helpen tegen angsten zoals monsterspray. Vind gerust zelf iets uit.

14.Negatieve aandacht is ook aandacht. Lees er hier meer over.

15.Verplicht je kind niet om kusjes te geven aan iemand. Wanneer ze iets lichamelijk niet willen kan je het maar beter zo laten. Anders leer je hen dat ‘nee’ zeggen in deze situatie onbeleefd is. Wanneer er dan iemand ‘verkeerd’ iets lichamelijk wil doen durft je kind misschien geen nee te zeggen en denkt hij dat het zo hoort.

 

Het boekje, ‘de kleine koning(in)‘ van José Sagasser,  vind je voor 15 euro bij bol.com.

 

Heb jij ook nog weetjes? Shoot! 

XOXO Nathalie